Over schopjes, karatekicks en andere babybewegingen

Voor de meeste zwangere mensen begint het grote getrappel ergens tussen de 16 en 24 weken. Heb je eerder een kindje gedragen, dan herken je dat ‘vlindertje’ soms al rond de 16 weken. Voor de nieuwelingen onder ons kan het wat langer duren, meestal tot voorbij de 20 weken. Geen paniek dus als je nog niets voelt terwijl je zwangerschapsapp al begint over ninja-bewegingen – elk lijf en elke baby is anders.

Hoe voelt dat dan, zo’n schopje?

Nou, het begint vaak subtiel. Alsof er een koolzuurbubbeltje de verkeerde kant op borrelt. Een fladdertje, een tikje, een zachte duikeling. Naarmate je baby groeit, worden het duidelijkere schopjes, rollende bewegingen en – als je pech hebt – een volle karatetrap tegen je blaas of ribben, net als jij een keer ongestoord wilt slapen. Want ja, veel baby’s vinden een rustende mama het allerlekkerst om in rond te dollen. Ook voor je partner kan het heel bijzonder zijn om jullie kindje te voelen. Wij merkten op een gegeven moment zelfs dat ons dochtertje haar ruggetje/billetjes tegen zijn hand leek te leggen als hij contact met haar maakte.

Hoe vaak moet je baby bewegen?

Er is geen magisch getal. Geen ’10 schopjes per uur’ of ‘7 dansjes voor het avondeten’. Wat belangrijk is: jij leert jouw baby kennen. Tussen de 16 en 32 weken worden de bewegingen steeds sterker en regelmatiger. Na 32 weken blijft het patroon meestal stabiel. Belangrijk dus om op te letten wat normaal is voor jouw baby.

Je baby hoort actief te blijven tot en met de bevalling. Dus nee, het is een fabel dat baby’s ‘rustiger’ worden aan het eind omdat ze minder ruimte zouden hebben. Ze zijn misschien iets minder wild in hun moves, maar je hoort ze wel degelijk te blijven voelen. Weet je niet zeker of je je baby nog wel of niet gevoeld hebt? Ga even rustig liggen en focus op je ademhaling, dan worden veel kindjes wakker.

Waarom zijn die bewegingen belangrijk?

Bewegingen zijn een teken dat je baby zich goed voelt. Minder beweging kan soms een signaal zijn dat er iets niet helemaal lekker gaat. Bijvoorbeeld als de placenta minder goed werkt of de navelstreng even klem zit. Dan gaat je baby energie sparen, en dat merk jij.

Wat als je baby minder beweegt?

Twijfel je? Bel. Twijfel je morgen weer? Bel weer. Je verloskundige (of het ziekenhuis als je al een medische indicatie hebt) is er altijd voor je – 24/7. Liever een keer te vaak dan een keer te laat. Niemand gaat je raar aankijken. Sterker nog: je wordt juist aangemoedigd om te bellen bij twijfel. Jij kent je baby het beste.

❗ Tip: wacht niet tot de volgende ochtend of tot je controle-afspraak. Schroom niet. Bel direct.

Kortom…

Het schoppen, trappelen en draaien van je baby is meer dan een bijzonder gevoel, het is communicatie. Een dagelijks ‘hoi mam, ik chill hier lekker’. Hoe mooi is dat?

Dus leg af en toe je hand op je buik, adem diep in, en tune in op die kleine bewegingen. Een schopje. Een duikeling. Een heel klein dansje. Ze zijn allemaal een teken van leven – letterlijk.

Bron: KNOV – Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen – Bewegen van je baby