De meeste baby’s kondigen zich vanzelf aan tussen de 37 en 42 weken, maar soms wordt een bevalling ingeleid. Waarom gebeurt dat? Hoe werkt het? En hoe zorg je ervoor dat je toch een fijne geboorte-ervaring hebt? We zetten alles voor je op een rij!

Wat is een inleiding?

Een inleiding (of inductie) is een medische ingreep om de bevalling op gang te brengen of te versnellen. Het is belangrijk om te weten dat je altijd een keuze hebt: je mag een inleiding accepteren, maar ook weigeren of kiezen voor een keizersnede. Om een goede beslissing te maken, is het handig om alle feiten te kennen.

Verschillende manieren om een bevalling in te leiden

Er zijn verschillende methoden om een bevalling op gang te helpen. Vaak wordt een combinatie van methodes gebruikt. Dit zijn de meest voorkomende:

1. Strippen

Dit is eigenlijk nog geen echte inleiding, maar een eerste poging om de natuur een zetje te geven. Een verloskundige strijkt met een vinger langs de baarmoedermond om de vliezen iets los te maken. Dit kan hormonen vrijmaken die de bevalling op gang brengen.
Weetje: Het doet meestal geen pijn, maar kan ongemakkelijk aanvoelen en een beetje bloedverlies veroorzaken. Ondanks dat het nog geen echte inleiding is, kun je het wel zien als een echte interventie met voor- en nadelen (zoals een valse start).

2. Prostaglandine

Dit is een hormoon (in de vorm van een tablet of gel) dat helpt om de baarmoedermond zachter en rijper te maken. Soms begint de bevalling hier al mee!
Weetje: Na toediening moet je even blijven liggen. Soms zijn extra doses nodig en in zeldzame gevallen kunnen de weeën te sterk worden.

3. Ballonkatheter

Een ballonkatheter is een dun slangetje met een ballonnetje dat gevuld wordt met water. Hierdoor wordt de baarmoedermond opgerekt en klaargemaakt voor de volgende fase.
Weetje: Je kunt met de katheter nog gewoon bewegen en soms zelfs naar huis gaan.

4. Het breken van de vliezen (kunstmatige gebroken vliezen)

Als je baarmoedermond al wat openstaat, kan een arts of verloskundige je vliezen breken om de bevalling een duwtje in de rug te geven.
Weetje: Dit is een snelle ingreep die wat ongemakkelijk kan zijn, maar meestal niet pijnlijk. Vaak wordt er daarna nog een weeënopwekkend infuus gegeven.

5. Oxytocine-infusie (weeënopwekkers)

Als de vorige methodes niet voldoende werken, wordt soms een infuus met het hormoon oxytocine toegediend. Dit stimuleert krachtige weeën.
Weetje: Je wordt continu gemonitord en je bewegingsvrijheid kan beperkt zijn, maar vraag naar draadloze bewaking als je graag rondloopt.

Waarom wordt een bevalling ingeleid?

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een inleiding wordt aangeraden:

• Je zwangerschap duurt langer dan 41-42 weken – Na 41 weken wordt een inleiding vaak voor het eerst besproken als optie. Dit betekent niet dat het bij 41 weken ook direct de beste optie is. Dit bepaal je zelf in overleg met je zorgverlener.
• Je vliezen zijn gebroken, maar de weeën blijven uit – Om infecties te voorkomen, wordt meestal binnen 24 tot 48 uur ingegrepen.
• Gezondheidsrisico’s – Denk aan zwangerschapsdiabetes, hoge bloeddruk of een groeiachterstand bij de baby.
• Een ‘grote baby’ – Soms wordt een inleiding geopperd als de baby groot wordt geschat, maar hier is discussie over.
• Leeftijd of IVF-zwangerschap – Vrouwen boven de 40 of na een IVF-behandeling krijgen vaak eerder een inleiding aangeboden.

Nadelen van een inleiding

• Het proces kan lang duren en is niet altijd direct effectief.
• De weeën kunnen heftiger zijn dan bij een natuurlijke bevalling.
• Je moet in het ziekenhuis bevallen en vaak continu gemonitord worden.
• Je bevalt niet onder leiding van je eigen verloskundige, maar wordt overgedragen aan een medisch team.
• De kans op extra ingrepen zoals een ruggenprik of keizersnede is iets groter.

Voordelen van een inleiding

• Als er medische redenen zijn, kan het de veiligste keuze zijn voor jou en je baby.
• Je weet (ongeveer) wanneer je gaat bevallen.

Tips voor een positieve inleiding

Er zijn nog steeds manieren om een positieve ervaring te creëren!

• Zorg voor een fijne sfeer (denk aan muziek, geurkaarsen of een fijne affirmatie).
• Vraag om draadloze CTG zodat je meer bewegingsvrijheid hebt.
• Gebruik ontspanningstechnieken zoals ademhalingsoefeningen.
• Laat je goed informeren en blijf in gesprek met je zorgverleners.

Een inleiding is een persoonlijke keuze. Wat de uitkomst ook is: jij doet het op jouw manier en jouw tempo.